Het gat van Trinidad
Het gat van Trinidad
Donderdag 7-3-2019
Trinidad
Vandaag gaan we voor het gat van Trinidad, of wel de achterkant van Trinidad, daar waar de toeristen niet komen. Daar waar de Cubanen wonen en leven.
We slenteren rondom het centrum door smalle straatjes, de meeste hebben hoge stoepen die tegen de gekleurde huisjes aanliggen. Alleen zo kan je het stof en vuil van de zanderige wegen ontwijken en kan het vele regenwater van tropische buien, die we gisteren meemaakten, afgevoerd worden zonder dat het de huizen in loopt. Maar het geeft ons volop de kans om door de openstaande deuren de huisjes in te kijken en wat blijkt....de Cubanen houden van STOELEN.
Ieder huis hoe klein ook heeft de kamer volstaan met houten grote stoelen en soms een leren bank. Oh ja,...en een mega grote koelkast, liefst schuin in een hoek, zodat die goed opvalt. Soms nog een dikke t.v. Of een kleine kast met wat voorwerpen. Verder niets, maar de vloeren zijn prachtig. Plavuizen. met de mooiste motieven of in 1 kleur maar allemaal blinkend als een spiegel. De Cubanen gaan poetsend en wassend door het leven. We zien op veel plaatsen lange waslijnen volhangen met wasgoed. De Cubanen houden van schone kleren, vaak merkkleding waaraan geld wordt uitgegeven.
Aan veel huizen wordt flink gebouwd, langzaam maar gestaag worden er verdiepingen opgebouwd, de afwerking is blijkbaar voor later. Ook zijn de huizen in veel kleurtjes geschilderd van turqoise, roze tot groen en geel. De randen van de kozijnen vaak in een contrastkleur. Dat maakt er een vrolijk boel van. Toch zien we ook minder vrolijke zaken zoals bedelaars en zwerfhonden. Het contrast tussen toeristen en locals is nergens groter dan hier, van rijk naar arm binnen enkele meters in één stad.
Het paard krijgt er flink met een zweep van langs, de hoeven hebben geen grip op de keien en met veel inspanning lukt het t paard om de volle kar met grind de weg over te trekken. De baas stapt van de bok, trekt een plank achter weg en begint met het grind op de weg te scheppen. We beseffen dat paarden die iedere zondag bij manege Meulendijks concours rijden een heel andere functie hebben dan de werkpaarden hier. Overigens hebben alle dieren hier een functie. De zwerfhonden eten de etensresten van de Cubanen op. De gieren eten dode dieren op, zoals we gisteren zagen, bij een dode hond. En de paarden en ossen zijn lastdieren of worden als taxi-paarden ingezet.
Een cowboy komt voorbij met drie paarden achter zich aan, los zonder zadel soepel meebewegend met het paard. Veel Cubanen kunnen zich een paard ver-oorloven en geen auto.
In de grotere huizen zien we de paarden vaak in de binnenplaats staan. In de kamer staat vaak de scooter, wel zo veilig.
Het moet niet gekker worden! Een Leguaan van een meter met een roze jasje aan, zit op zijn staart tegen zijn bazin aan en laat zich gewillig over zijn buik kriebelen. We kijken met enige ongeloof, zien we dit echt hier in de straatjes net buiten het centrum van Trinidad?
Uit de contacten die we met Cubanen hebben gehad blijkt dat door het toerisme zij een beter bestaan kunnen opbouwen, met toerisme is geld te verdienen.
We voelen ons veilig ook in deze delen van Trinidad, de Cubanen groeten ons terug als wij "Ola" tegen hen zeggen, we worden niét nagekeken of aangesproken, we zijn er gewoon en zij doen hun ding.
"Hallo, where are you from?" We vragen dit aan een man die in motorkleding naast een volgepakte BMW GS1200 staat. Hij blijkt een Mexicaan te zijn die een grote motortocht door Cuba maakt. Zijn motor heeft hij per schip naar Cuba gebracht. Ik zie een glinstering in de ogen van Frank komen, droomt hij hier ook van? Ja, vooral van de vrijheid, het avontuur. Dus wie weet....
S'middags rijden we naar de vallei ten oosten van Trinidad, de vallei waar de suikerrietplantages eind 19 e eeuw floreerden, Valle de los Ingenios. In deze vallei kwamen in 1804 de Franse planters vanuit Haïti naar Cuba. We bezoeken het oude landgoed Manaca Iznaga. De plantages zijn er niet meer, op enkele stukken suikerriet na, herkenbaar aan de lichtgroene kleur.
" pff...hijg, pfff...hijg", hijgend klimmen we de vele treden van de uitkijktoren, de Torre Manaca Iznaga (1816) op . Eenmaal boven kan je de hele vallei overzien. Zou dit eind 1800 gebruikt zijn als alarmtoren, bij brand of piraten? Er hing een grote gietijzeren klok in.
Onder ons kijken we op de vallei, het landhuis van de suiker baronnen ( veelal Fransen), die honderden slaven uit de Kongo hielden om het suikerriet te snijden en te bewerken.
Nu zien we alleen het landhuis waar je koffie kan drinken. Een lang lint van wapperende witte tafelkleden versiert de keiweg naar het landhuis en de toren.
Onder de toren zitten vier vrouwen druk te praten en te borduren. Zij borduren de witte tafelkleden en verkopen deze aan de toeristen. Ze vragen 1 CUC entree voor het beklimmen van de toren.
Niets is meer merkbaar van de slavenarbeid door slaven uit Congo.
We rijden terug naar Trinidad om af te buigen naar het zuiden de landtong Playa Ancón. Daar zien we eindeloze mangrovebossen, bomen die met hun hoge lange wortels in het zeewater aan de kust staan. Witte reigers zoeken hiertussen naar voedsel. Op het einde van de landtong staat een hotel, een rechthoekige blok beton, communistische architectuur. We vinden het niet mooi.
Intussen maken we ons wat zorgen over de achterband, de wegen zijn vol kuilen en gaten, de jeep stuitert op en neer. We stoppen om even te kijken of er nog lucht in de band zit. Gelukkig lijkt het oké te zijn, maar we gaan weer terug in Trinidad de band wel even oppompen, voor 1CUC. Dit oppompen doen we iedere dag, we denken dat er een hoefnagel in de band zit waardoor deze lucht verliest. Met de vele paarden is dit goed mogelijk.
" ohh...zag je dat!" Ik zit met de handen voor mn mond en roep naar Frank. We hebben net een jonge Cubaan in t-shirt en spijkerbroek een salto met zijn motorfiets zien maken. Zijn achterband knalde kapot, waardoor het achterwiel hevig is gaan slingeren en de bestuurder de macht over het stuur kwijt raakt. Na een salto en glijpartij zien we nog net in de achteruitkijkspiegel van de jeep, dat de bestuurder weer opstaat. Dan verdwijnt hij uit beeld. Toch altijd weer schrikken zo'n motor valpartij. Ook dit is waarschijnlijk gebeurd door de hoefnagels die hier overal liggen en uit de hoeven van de paarden losraken.
Weer terug in onze casa, gaan we de foto's bekijken en bloggen. We ontdekken dat de blog " blue Lagoon" nog helemaal niet af was en we deze wel op reismee.nl hebben gezet. We halen deze blog er af, zodat we het verhaal nog verder kunnen schrijven.
" can you explain more about you're painings" Yes, i can, 5 minutes?" Even later zijn we met onze gastheer in gesprek over de grote realistische schilderijen die hij gemaakt heeft. Hij is kunstenaar en heeft internationaal exposities gehad. Hij heeft er zichtbaar plezier in om ons meer over zijn schilderkunst te vertellen. Hij heet Roidley Pérez Navarro (www.roidleyart.com)
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}