Rood, wit en blauw
Rood, wit, blauw
De kleuren van de Thaise vlag. Die zien we overal wapperen, vooral bij overheidsgebouwen en scholen. Ook zijn er veel enorme afbeeldingen van de koning te zien. Het vereren van het koningshuis
maakt een serieus deel uit van het leven van de Thai. Bij de thuisaltaren staan ook vaak foto's van de koning. En bij de balie van de hotels is altijd een foto van de koning aanwezig.
Tijdens de lunch hing er een enorm tv scherm waar een fotoserie van de koning op werd gepresenteerd.
We lopen dwars door Chiang Rai, over de brede rivier en langs woonwijken. Verkeer raast langs ons heen, en zonder stoep is het opletten geblazen. Aan de overkant van de rivier staat een prachtige
villa, een hotel, en als we dicherbij komen zien we aan de voorkant een gitzwart Triumph motorfiets, een brommer en enkele fietsen staan. Blinken dat ze doen. Frank is helemaal weg van de
motorfiets.
Bij de toegangspoort grote blauwe mythische figuren, binnen een grote witte Boeddha. Het is er niet zo druk, maar er staan al wel wat schoenen voor de tempel. We vinden dit de mooiste tempel tot nu
toe. De sfeer, de mooie kleuren en hoe verzorgd alles er uit ziet. Ook hier verbazen we ons hoe schoon alles is. De vloeren binnen en buiten blinken. Er zijn enkele monniken die selfies aan he
maken zijn, het cotrast tussen de oranje kleding en het blauw van de tempel kan niet groter zijn. Mooi! De blauwe tempel is van buiten en binnen helemaal blauw met veel goud en geel. Op grote
afbeeldingen is het leven van Boeddha weergegeven. Een glazen boeddha van rood glas schittert door de zon die erdoorheen schijnt. Monniken met hun fel oranje of bruine kleding staan selfies te
maken. Het contrast tussen het blauw en oranje kan niet groter zijn. We genieten volop van al dit moois. Dit is de mooiste tempel tot nu toe. De kleur, de sfeer alle klopt. Ook is het niet enorm
druk, er staan maar enkele schoenen buiten.
Beng...beng..beng, met een stok slaat een man op het dak spijkers door asbest platen. Neemt vervolgens de plaat op en geeft deze door naar iemand die onder hem op een bamboe ladder staat. Het dak
wordt zo beetje bij beetje afgebroken. Ze hebben geen beschermende kleding of mondkapjes op en werken wel met asbest?
Krrrt...krrt...krttt, fel wit licht......onder een afdak zit een man kromgebogen over zijn werkstuk. Dit is de werkplaats voor de Wat, hier worden de grote beelden gemaakt. Van staaldraad worden de
vormen geklopt en gelast, daarna besmeert met beton om daarna structuur te krijgen en geschilderd te worden. De toegangspoort is nog in aanbouw, een mythisch figuur staat in bamboesteigers en
alleen de onderste helft is blauw.
Intussen loopt de temperatuur op en al snel nemen we een tuktuk die ons naar het "Hill tribe museum" brengt. Dit museum is door de bergvolkeren zelf opgericht en ingericht. De chauffeur van de
tuktuk weet niet waar het ligt, dus rijdt hij m.b.v. Onze Iphone naar het juiste adres. Het is een klein museum en wij zijn de enige bezoekers. Maar het blijkt zeer de moeite waard te zijn. De
bergvolkeren bestaan uit verschillende groepen afkomstig van voormalig Birma, Loas, Mongolie en Zuid-China. Met name de Hmong en Karen zijn al honderden jaren inwoners van Thailand. De andere
groepen zijn eind 19 e eeuw als vluchtelingen binnen gekomen. Ze hebben een ding gemeen, ze hebben geen Thais paspoort en staatsburgerschap. Dus geen rechten. Het gevolg hiervan in combinatie met
het overheidsbeleid is dat de rondtrekkende volkeren zich permanent moesten vestigen. De traditionele landbouw werd vervangen door landbouw op 1 plaats in het oerwoud. Al snel liepen opbrengsten
terug en honger. Het verbouwen van papavers voor de opium bracht uitkomst. De gouden driehoek werd een feit en gesteund door de Amerikaanse overheid. Zo waren ze zeker van een buffer tussen het
westen en het communistisch China. Het gevolg was een enorme toename van verslaafden Amerikanen en een toename van Aids, door het delen van spuiten. De opiumteelt is nu nog heel beperkt aanwezig en
heeft zich verplaatst naar Afghanistan, waar de geschiedenis zich lijkt te herhalen. Alleen hoog in de bergen wordt nog voor eigen gebruik en als betaalmiddel opium geteeld.
De bergvolkeren maakten heel mooi versierde kleding, met kralen, gekleurd garen en zilver. Het maken van een kostuum kost 1 heel jaar. Nu kiezen de volkeren er voor om de kostuums te vervangen door
eenvoudige t shits en broeken.
Wij zijn gisteren nog bij de Hmong op bezoek geweest en de vrouwen zien we nog wel de kleurrijke rokken en blouses dragen. Alleen voor de foto wordt nog een traditioneel kostuum aangetrokken.
Er staan veel gebruiksvoorwerpen, manden, korven, tafels en bekers. Veel is van bamboe gemaakt. Ook zijn er maquettes van de woningen, ieder volk bouwt op eigen wijze hun huizen. Op palen of niet,
met een twee of drie deuropeningen. We kijken nog ren film over de verschillende volkeren waarin vooral bij de tradities en kleding wordt stilgestaan.
Midden op de dag staan we weer buiten, het is heet en we hebben honger. Even verder vinden we een restaurantje en eten er rijst met groenten. Heerlijk. We merken dat we veel minder eten dan thuis,
licht voedsel, vaak scherp gekruid en dat is heerlijk. De temperatuur speelt hier zeker een rol in.
Omdat we maar 600 meter van ons hotel af zijn, lopen we ondanks de hitte terug. Even de koffers inladen en we gaan vandaag 100 kilometer door het noordelijk berggebied rijden. Maar eerst nog naar
de Witte tempel, Wat Ran Con. Een vrij nieuwe tempel, helemaal wit met spiegelstukjes bezet. Een enorme parkeerplaats beloofd al niet veel goeds. Inderdaad je kan hier over de koppen lopen, druk!
De tempel is over de top, heel erg veel krullen en tierlantijntjes, we noemen het de Fransje Bouwer Wat. Niet onze smaak, dus na niet al te lang houden we het voor gezien en gaan naar het noorden
reizen.
En dat is prachtig, groene rijstvelden met in de verte hoge bergen, een Wat met blinkend goud of een dorpje. We kijken onze ogen uit, het is hier zo mooi. We zien het schrift wel veranderen, andere
tekens met boven de letter slingertjes. Deze regio heeft haar eigen dialect.
Even tanken en we kunnen nog koffie met oreokoekjes krijgen, hoewel het meisje haar koffietentje aan het sluiten was. Ze maakt alles weer open, luifel omhoog, raampje open, deur open en met een
grote armzwaai worden we uitgenodigd om binnen te komen. Een ventilator wordt aangezet, heerlijk. En ze zet fantastische koffie. Dat kunnen ze in Thailand erg goed, koffie zetten. Overal zien we
moderne koffiemachines. Boffen wij mee!
We maken van de stop gebruik om nog enkele mooie foto's van de omgeving te maken, zodat de foto's die ik onder het rijden knip vervangen kunnen worden door duidelijke foto's.
Opvallend in deze streek is de rode grond, er zit veel ijzer in. In contrast met het vele groen, de bergen in de verte in lichte nevels, geeft het beeld dat we kennen van de reisfolders. Thailand
op haar best.
Het is even zoeken naar ons hotel, maar het ligt tegen de Mekong rivier, we kijken op de rivier uit. Wij zijn de enige gasten en worden vriendelijk ontvangen. We nemen even een douche en gaan dan
op pad naar Chiang Khong, dat iets verderop ligt. De trots van het dorp is een meerval van 200 kg die 50 jaar geleden uit de Mekong rivier is gevist. Een exemplaar staat in een soor mausoleum aan
de kade. Er loopt een promenade langs de rivier en. Met het avondlicht hebben we prachtig zicht op de rivier en Laos, dat aan de andere kant van de rivier ligt. We eten jasmijnrijst, die heel
lichtblauw is en licht geparfumeerd, lekker. Ook de geroosterde groente smaken goed, de papyasalade die we hebben besteld blijkt geen papaya te bevatten, maar is vnl. Witte kool met heel sterk
ruikende visolie. Een geur die we in de dorpen met vlagen ook ruiken en niet lekker vinden. Deze salade laten we staan, maar de komkommersalade eten we met smaak op. Onze lippen branden, zo pittig
is deze. Met dit klimaat is dat lekker. Totale kosten 5 euro, eten kost hier echt niets. We zijn verbaasd. Ook als we 20 bath fooi geven, worden er handen gevouwen en vriendelijk bedankt. Het gaat
meer over het geven dan over de gift zelf.
We hebben gekeken naar wat een auto kost, 90.000 baht ( 10 baht = 25 eurocent). In verhouding tot het eten is dit voor hier een vermogen.
In het donker lopen we terug naar ons hotel en luisteren naar de geluiden van het regenwoud, de krekels,kikkers en vogels. De kleine beer staat boven ons te stralen samen met honderden andere
sterren. Het is hier pikdonker, geen strooilicht, waardoor de sterren heel goed te zien zijn.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}