In-den-Bonten-Roosch.reismee.nl

Kastelen

Kastelen

Nog even terug naar gisteren, daarvan zijn nog enkele dingen die beschreven moeten worden.
In deIgreja dos Lólosde particulierekerk van de familie Cadeval lopen we door het middenpad en zien daar een tegel vervangen door een glasplaat. Eronder liggen menselijke botten opgestapeld, wel wat luguber. Verderop in Évora staat de ossenkerkCapela dos Ossos,waar in de muren en zuilen beenderen en schedels van zo'n 5000 mensen ( afkomstig van begraafplaatsen) verwerkt zijn. We hebben deze kapel niet mee bezocht.
Als we s'avonds door de straatjes van Évora zwerven komen we de toeristen winkeltjes tegen, vol met keramiek uit China?? Plots zien we een man en een vrouw in een winkeltje staan, zij vallen op. Zij draagt een kanten jurk van kurk, schoenen, hoed en tas van kurk en hij heeft een lange Engelse regenjas van kurk aan, incl. Schoenen en hoed. We gaan 't winkeltje binnen en dan blijkt het om twee paspoppen te gaan die zo fraai gekleed zijn. Wat knap dat kurk bewerkt kan worden tot een soepele stof. Heel erg mooi.. uiteraard staat en hangt t winkeltje vol met kurkproducten. Het kan bijna niet anders, de kurkeikplantages zijn hier overal aanwezig.
04-01-16
"Hier moet het zijn, dit is een oud gebouw!" "Wow kijk toch, wat een enorme ruimte en die gordijnen zijn wel 10 meter lang, overal is licht en hoogte" .We kunnen niet andere dan om ons heen kijken en vallen van de ene verbazing in de andere. We zijn aangekomen bij ons hotel in Beja, de eindbestemming van vandaag. We checken in en lopen over de kloostergangen naar onze "cel" . De bloedrode kleur van de vloer en deuren, de oude tegels op de vloeren, de sfeervolle meubels, we zijn onder de indruk. We hebben al snel een rondwandeling door het hele klooster-hotel gemaakt en komen zo ook in de kapel. Deze is heel sober, licht. Het kloosterThe convent of San Francisco de Bejais door de Fransciscaners gesticht in 1268. Dit waren geen monniken, maar gelovigen die leefden volgens eenvoud, gehoorzaamheid en kuisheid. Ze leefden in conventies die zich binnen de stadsmuren bevinden. Zij houden geen processies, leven als priesters zo eenvoudig als mogelijk, en waren een voorbeeld voor nederigheid en devotie. Ze leven volgens Francis van Assis.
Frank ( Franciscus) voelt zich er meteen thuis;).
We hebben een lange reisdag achter de rug: Vanmorgen zijn we in Évora in de mist vertrokken over de N254 richtingVilla Vicosa. Om vandaar uit via deN255naar het zuiden te rijden, die vervolgens overgaat in de385, de N254, de N256en tot slot deN260naar Beja, een totale afstand van zo'n 140 km.
We zienAlentejoin haar puurheid, de hele dag zien we olijfboomgaarden, kurkeiken, druivenranken en mandarijnbomen, af en toe een kudde schapen of koeien. Het landschap is glooiend en er zijn maar heel weinig dorpjes. De plaatsen die we doorrijden hebben wel vaak een kasteel( ruïne) en een oud centrum waar de Moorse invloed zichtbaar is. Opnieuw veel oude huisjes, met afgebladderd stukwerk, maar soms ook helemaal gerestaureerd.
Onze eerste stop is inVila Vicosa, maar voor we dit stadje inrijden zien we enorme bergen marmer langs de weg liggen. De heuvel erachter is afgegraven. Zo liggen er wel 50 marmergroeves naast elkaar. De hele streek leeft van het marmer en dit is zichtbaar in de bestrating ( stukjes marmer) de bekleding van kerken en vele gebouwen.
In Vila Vicosa gaan we het koninklijk paleis en kasteel/ citadel bekijken.
De hertog van Breganza was zeer machtig, hij had aanzien en stuurde andere edelen aan. Hij had zijn hoofdkwartier in de citadel, maar bouwde later het paleis, waar vanaf 1479 hij verbleef. De 8e hertog van Breganza werd 1640 de eerste koning van Portugal, na onafhankelijkheid van De Spaanse overheersing. Vanaf die tijd is iedere oudste zoon die geboren wordt troonopvolger en wordt koning van Portugal en hertog van Breganza. Dit duurt voort tot 5 oktober 1910.
Alleen het voorplein is al indrukwekkend groot, met een enorm standbeeld van de Koning er voor. Bij de entree blijkt dat er alleen rondleidingen in het Portugees worden gegeven, mits er 5 Engelstaligen een rondleiding willen. Wij zijn vrij vroeg en nog de enige. We moeten 20 minuten wachten om te kijken of er nog meer mensen komen. Gelukkig volgt al snel een Portugees stel, en later nog een Brits koppel. Met z'n zessen gaan we het paleis in en wat opvalt is de beschildering van alle hoge en vaak bolle of spitste plafonds. Wapenschilden, plantmotieven, heiligen, de deugden uitgebeeld door vrouwenfiguren met een voorwerp. In het paleis werd iedere zaal bekleed met enorme wandtapijten uit de 16e en 17e eeuw, afkomstig uit Vlaanderen en Nederland. De tapijten op de grond komen uit Portugal, Italië en Iran. De grote houten meubels Nederland en Portugal. Deze meubels dateren van de 16e eeuw. Het paleis heeft een Franse tuin, met veel gesnoeide buxus struiken, een groep pauwen mag niet ontbreken. Iedere ruimte heeft meerdere vensters, waar bankjes in zijn gemaakt. Er zijn in totaal 78 vetrekken en over de bouw is meer dan 100 jaar gedaan ( vanaf 1501). De ontvangstzaal is bijzonder omdat op het plafond de koningen(innen) zijn geschilderd. De muren zijn behangen met zijde waarin een bloemmotief is geweven. Een kamer verder is het behang vergaan en zijn de muren beschilderd met het motief en de kleur van het zijde-behang. Iedere kamer heeft haar kleur, groen, geel, rood, goud. We komen in de koninklijke vertrekken, een groot bed en bureau voor de koning en idem voor de koningin. Uiteraard liggen deze vertrekken na elkaar. Het bijzondere is wel dat de plafonds van deze kamers met zijde zijn bespannen in heel mooie vlechtpatronen. Deze ontstaan door stroken zijde door elkaar te vlechten.
Onze gids geeft gelukkig ook uitleg in het Engels waardoor we toch wat bijzonderheden mee krijgen. Na een half uur sluit een Nederlands stel zich bij ons aan, waardoor de rondleiding ineens meer in het Engels gaat. De Nederlandse vrouw is zo vrij hetgeen er net door de gids is uitgelegd, meteen en luidruchtig aan haar hardhorende man te vertalen. Het gevolg is dat er zowel Engels als Nederlands door elkaar gesproken worden. We moeten er om lachen, mooi toch zoals ze haar man helpt om het te volgen;)
In de privevertrekken zien we vele tekeningen en schilderijen over zeilschepen, levensgrote man op een ezel, een Portugese vrouw, kleine pentekeningen van dieren, mensen, landschappen. Zowel de oude koning Dom Carlos als zijn zoon die hem opvolgde, hielden van schilderen en zij deden dit niet onverdienstelijk. Helaas is Dom Carlos met zijn oudste zoon ( kroonprins) op een februarimorgen naar Lissabon vertrokken waar zij beiden zijn vermoord bij een mislukte staatsgreep. Portugal had al jaren te maken met politieke politiek onrust. De jongste zoon en troonopvolger Dom Mauel II is in 1910 bij een militaire coupe afgezet en gevlucht naar Engeland. Dit is het moment dat Portugal definitief overgaat tot een republiek. Later heeft Dom Manuel II vanuit Engeland een privé stichting opgericht, waardoor het kasteel nu nog opengesteld kan worden voor het publiek.
We komen in de privé-kapel, die plaats heeft voor wel 150 mensen, volledig gouden altaar en grote schilderijen aan de muren, tapijten op de grond. De rijkdom is hier opnieuw zichtbaar. Nu wordt deze kapel nog gebruikt voor concerten.
De eetzaal is blauw met wit, enorme wolkenluchten met engelen op het plafond, de wanden met verschillende porselein, aardewerk en kristal. In een zijkamer is een deel van de servies-collectie uitgestalt in grote vitrinekasten. Engels, Nederlands, Chinees, Portugees en uit de Limoge, Wenen enz. Ieder servies bestaat uit 500 delen. We begrijpen van de gids dat koningin ( echtgenote van Dom Manuel I) haar man niet erg vertrouwde inzake buitenechtelijke relaties, maar daar had ze al snel een list voor gevonden. Iederee dagom 16.00 uurwas het tea-time, waarbij alle dames aan het hof aanwezig dienden te zijn. De Engelse gewoonte om s'middags thee te drinken is hiervan afkomstig, dus niet uit Engeland. portugal haalde overigens enorme hoeveelheden thee uit India. De afkortingen op de kisten T.E.A staat voorTransport Extract Aroma. Ikgeniet enorm van alle serviezen, aardewerk, kristal maar heb te weinig tijd om alles goed te bekijken. De groep loopt door een trap af,"ohh...wat mooi, wat is dit,"we kunnen onze ogen niet geloven. In de keuken zo groot als een half voetbalveld hangen alle wanden vol met koperen pannen, schalen, deksels, lepels, bakvormen. Er hangen twee weegschalen met gewichten tot 20 kg, de stenen vijzels staan vlak voor ons. Er schijnen 500 mensen in het kasteel te hebben gewoond, die allen van eten moesten worden voorzien.
Hiermee eindigt ons bezoek aan dit kasteel, we zijn onder de indruk. Wat een rijkdom, maar ook hoe er toen werd geleefd door de koning in zo'n paleis. We stappen naar buiten en de zon schijnt, de mist is opgetrokken waardoor we nog even de kasteeltuin bekijken. Veel kruiden, citroenbomen en rozen.
Als we terug lopen naar het centrale plein voor het kasteel besluiten we ook nog naar de garnizoensstad willen.
Dit is in 1279 begonnen als kasteel, maar vanaf de 16 e eeuw verbouwd tot citadel. Het is een bijzonder voorbeeld van militaire architectuur. Er is een hoge vestingmuur in een 8- kantige vorm. We klauteren al snel over de bovenkant van deze muur en kunnen aan de ene kant het stadje zien liggen, aan de binnenkant staan ook huizen. Een stuk of 10 en er is een behoorlijke begraafplaats. In een van de torens is het archeologisch museum gevestigd, maar dit laten we voor wat het is. We lopen de hele achtkant rond en bij het kerkhof zien we graven met platsic bloemen. Op een groot aantal graven zien we foto'svan 4 tot 6personen staan, familiegraven, welke afgedekt zijn met een mausoleum of marmeren grafsteen.
We lopen door de poort en gaan op zoek naar een restaurantje om te lunchen. Het restaurantje is van verschillende kleuren marmer, hoe kan het ook anders. Maar ze hebben lekkere koffie, ja we drinken de espresso koffie uit piepkleine kopjes, maar o zo lekker. Ook de groente/kippensoep en de toeti's smaken ons goed.
We lopen nog even door net stadje, maar al snel vervolgen we onze weg naar het zuiden. We rijden een kastelenroute, en komen dooralendroal, Terena, Aleida da Vendaom een stop te maken inMonsaraz.Dit is een van de drukst bezochte bestemmingen in Alentejo. Een ommuurde enclave, die bestaat uit keienstraatjes, facades en een vervallen kasteel, kunstwinkeltjes en een kerk. We zien dit allemaal en het mooiste vinden wij het uitzicht op Spanje en het stuwmeerLage alqueva, het grootste stuwmeer van Europa 250km2. De zon schijnt en er zijn mooie wolken, we kunnen erg ver kijken.
De burchtruïne bereiken we via een steile stalen trap, die ons flink wat inspanning kost. Eenmaal boven zitten we toch wel erg hoog en daardoor lopen we voorzichtig onze handen houden elkaar en de muur vast. Nu we nog hoger zijn, en er oude kantelen om ons heen staan, kunnen we fantaseren over de Middeleeuwen. In het midden van de burcht is een open terrein met aan twee kanten halfronde treden die als zitplaatsen kunnen dienen. Er worden hier ridderspelen gehouden, deze fantaseren we nu maar zelf.
Als we weer veilig beneden zijn lopen we door de smalle straatjes en zien plots een ondergrondse bron. Een waterbasin achter een stalen hekwerk waar heel kort licht op schijnt. Dit is wel heel bijzonder omdat we op een granieten rots zijn. Zou hier een bron ontspringen? Helaas kunnen we het antwoord niet vinden.
Het is intussen al16.00 uuren we moeten nog wat kilometers rijden naar Beja. We vervolgen onze weg zonder onderbrekingen en komen tegen18.00 uuraan in Beja en rijden dankzij de navigatie rechtstreeks naarThe convent of San Francisco de Beja.Nadat we hebben ingecheckt lopen we Beja in, ook dit is een oude stad met een groot kasteel. We vinden dit als snel en lopen er helemaal omheen. Heerlijk de frisse avondlucht en deze stevige wandeling doet ons goed. We merken dat we veel in de auto hebben gezeten. We komen op een plein waar een kerk staat die we van binnen gaan bekijken. Er is net een dienst gaande, dus we blijven achterin de kerk staan en kijken rond. Ook hier veel blauwe azuleja tegels, goud. Na enige tijd verlaten we stilletjes de kerk, maar we zijn nog niet buiten of er staan twee mannen achter ons en steken één hand naar ons uit. Ze willen geld! Deze mannen zaten achterin de kerk en hebben ons gezien en gedacht wat geld te kunnen krijgen. We geven aan hier niet in mee te gaan en lopen verder de straat in. We horen voetstappen achter ons, ik kijk om en zie één van de mannen ons achterna lopen. We zetten er flink de pas in en realiseren ons dat we ons onveilig voelen. Dit hebben we in heel Portugal nog niet gehad. Gelukkig loopt de man na enige tijd een andere straat in en zijn wij uit de donkere steegjes weg, de straatjes met kerstversieringen zijn weer om ons heen. Het gevoel van veiligheid is weer terug.
We lopen nog verder, maar Beja blijkt niet zo veel interessants te hebben. Dus op zoek naar een restaurantje, laat nu in heel Beja nergens iets te vinden zijn? Mogelijk dat wij niet op de juiste plek hebben gekeken, maar uiteindelijk eten we een tosti met koffie bij een patteseria. We lopen na het eten terug naar het hotel en gaan op tijd naar bed. Mogen is er weer een nieuwe dag met avonturen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!